Historie Sparta Enschede

CVV SPARTA ENSCHEDE – UIT DE RIJKE HISTORIE VAN TWENTES OUDSTE ZATERDAGVOETBALCLUB

Het sportpark Schreurserve aan de groene noordkant van Enschede – ingang Kotkampweg. Een zestal speelvelden waarvan twee voorzien van kunstgras en met een lichtinstallatie rond het hoofdterrein, twee speciale pupillenveldjes, een uitgebreide trainingsaccommodatie, een eigen parkeerplaats en een prachtige tribune inclusief omroepcabine; een goed geoutilleerd clubgebouw met een ruime en gezellige kantine, een professionele verzorgingsruimte en een fraaie bestuurskamer; met meer dan 1000 leden, spelend in 8 elftallen waaronder een damesteam bij de senioren, 43 teams bij de junioren en pupillen, alsmede een sectie zaalvoetbal met 8 teams; een professionele trainersstaf, een goed gestructureerd jeugdbeleid en intensieve sponsorwerving; vele tientallen vrijwilligers die dagelijks in touw zijn op velerlei gebied, een actieve supportersvereniging en een businessclub, een seniorensociëteit en een eigen ehbo-ploeg.

Dat is, heel kort samengevat, de ‘cvv Sparta Enschede’ anno nu: een voetbalclub, die zich in de meer dan negentig jaren van haar bestaan een geheel eigen plaats heeft verworven in de plaatselijke sportgemeenschap en ver daarbuiten. En toch is het eigenlijk een wonder, dat Sparta bestaat of -beter gezegd- heeft kunnen overleven. Niet op basis van het heden, maar vooral gezien de zo moeilijke begintijd vol verzet en tegenwerking, zelfs uit eigen kring. Want het beoefenen van wedstrijdsport ondervond in het protestants-christelijke milieu ten tijde van de oprichting in april 1921 maar weinig sympathie.

Het begin

De aanduiding ‘cvv’ staat voor ‘christelijke voetbalvereniging’. Wat in de eerste plaats wil zeggen, dat de jongelui uit de Enschedese wijk Twekkelerveld die op 21 april 1921 besluiten een eigen voetbalclub op te richten, een principieel uitgangspunt kennen. Zij willen graag voetballen, maar niet op zondag, zoals in die jaren gebruikelijk is. En dus niet bij een der al bestaande (zondag) verenigingen. Mede daardoor blijkt het niet alleen lastig tegenstanders te vinden, ook als Sparta toenadering zoekt tot de al sinds 1899 bestaande Twentsche Voetbalbond, stuit dat van die zijde voortdurend op grote weerstand. Maar het clubje van o.a. Cornelis van Harselaar, Bernard Lippinkhof en (voorzitter) Jas Meere, zich bewegend onder de vleugels van de Christelijke Vereniging van Jonge Mannen, geeft geen krimp.

Eigen voetbalbond

Dat alles leidt in 1928 tot de oprichting van een ‘eigen’ Enschedesche Voetbalbond waarvan behalve Sparta en stadgenoot Achilles (opgericht in 1924) ook clubs van voetballende onderwijzers, ambtenaren en politiemensen deel uitmaken. Het ongenoegen hierover bij de ‘TVB’ is aanvankelijk zo groot, dat de aangesloten clubs verboden wordt hun velden voor EVB-wedstrijden beschikbaar te stellen, terwijl TVB-scheidsrechters ook geen wedstrijden van de EVB mogen leiden. Enkele jaren later krijgt het verstand de overhand en besluit de TVB alsnog tot het instellen van een speciale zaterdagmiddag-competitie. Uiteraard doet Sparta ook mee en in het seizoen 1931-1932 wordt voor het eerst een echt kampioenschap behaald. De club telt in die dagen 22 spelende leden. De problemen die de zaterdagvoetballers in Enschede en Twente ondervinden, komen ook elders in het land voor. Niettemin ontstaan er steeds meer principiële zaterdagclubs en in 1929 wordt in Utrecht de Christelijke Nederlandsche Voetbalbond (CNVB) opgericht met als doelstelling het op christelijke grondslag bijeen brengen van sportbeoefenaren.

Kampioen van Nederland

Ook al omdat de Twentse zaterdagmiddagcompetitie niet echt een succes is, besluit Sparta in 1932 toe te treden tot de CNVB. En daarmee begint een zeer kleurrijke en succesvolle periode in de historie van de club, die in een relatief kort tijdsbestek vier keer CNVB-kampioen ofwel kampioen van Nederland zaterdagvoetbal wordt. Voor het eerst gebeurt dat in het seizoen 1934-1935 wanneer net als in het voorgaande jaar eerst het kampioenschap van afd. VIII (Twente) is behaald. In de finale van de strijd om de landstitel, op zaterdag 20 juli 1935 te Nijverdal, wordt De Gazelle uit Apeldoorn met 4-3 verslagen.

Het elftal van Sparta, dat op zaterdag 20 juli 1935 voor het eerst kampioen van Nederland wordt. Staande v.l.n.r. Joop Hembrecht, Gerard Grootenhuis, Bertus Nijboer, Johan Stuiver, Remmelt IJspeert en Jaap Zwier. Zittend v.l.n.r. Gerrit Luiten, Jan Haveman, Geert ten Cate, Piet Bekaert en Henk Bijkerk.

Drie landstitels op rij

Landelijke bekendheid verwerft Sparta vervolgens door na een onderbreking van één seizoen driemaal op rij landskampioen te worden, een prestatie die in later tijd alleen een keer door IJsselmeervogels wordt geëvenaard. De trilogie begint in juli 1937 als Sparta in de finale (gespeeld te Ede) met 6-1 wint van Vitesse uit Delft. Een jaar later (in Rheden) toont Sparta zich in de eindstrijd te sterk voor Olympia uit Rotterdam en 1939 (finale in Apeldoorn) wordt Sparta landskampioen door het Amsterdamse SOS te verslaan. Intussen is ook een einde gekomen aan de omzwervingen langs allerlei locaties, verspreid over heel Enschede. In september 1935 neemt Sparta een eigen complex, bestaande uit twee velden en een kleedgebouw, in gebruik aan de Zweringweg.

Tweede wereldoorlog

Een vierde landstitel op rij wordt onmogelijk door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in mei 1940, enkele dagen nadat Sparta wederom oostelijk kampioen is geworden. De strijd om het kampioenschap van Nederland wordt door de CNVB afgeblazen en zal in deze vorm ook nooit meer plaatshebben. Onder druk van de Duitse bezetter worden korte tijd later namelijk de vijf voetbalbonden, die Nederland kent (waaronder dus de CNVB) samengevoegd tot de (Koninklijke) Nederlandsche Voetbalbond met daaronder de diverse regionale bonden. De aanduiding ‘Koninklijke’ wordt uiteraard meteen door de Duitsers geschrapt en de TVB gaat Afdeling Twenthe heten. Tevens komt het tot een herindeling van de competitieopzet, die Sparta in de tweede klasse van de onderafdeling brengt. Protesten hiertegen van de kant van Sparta, tot zelfs bij bondsvoorzitter Karel Lotsy, halen niets uit. Pas na de bevrijding zal er een aparte sectie zaterdagvoetbal ontstaan in wat dan weer de KNVB heet.


Kampioen 1950-1951 district oost 3e klasse
Achter v.l.n.r.: dhr. Helwich, Cor van Harselaar, Klaas Zwier, Freek Vennink, Hennie Maas, Jaap Bouw en Martin Seubrink.
Voor v.l.n.r.: Gerrit List, Jan Wevers, Marinus ten Donkelaar, Arnold Spin en Wolter Koops.

Nieuwe bloeiperiode

Kort na de bevrijding viert Sparta het 25-jarig bestaan en als bij het begin van het seizoen 1946-1947 ook in het KNVB-district Oost het zaterdagvoetbal een eigen gezicht krijgt, leidt dit tot een nieuwe bloeiperiode. Eenmaal gepromoveerd naar de derde (en op dat moment hoogste) klasse op zaterdag, wordt Sparta zowel in het seizoen 1950-1951 als een jaar later oostelijk kampioen. En dat betekent, dat (wederom) mag worden deelgenomen aan de strijd om het kampioenschap van Nederland. Tegenstanders zijn o.a. bekende clubs als Quick Boys, Huizen en Spakenburg. De kampioenswedstrijden trekken duizenden toeschouwers, maar beide malen redt Sparta het net niet om andermaal de landstitel te behalen: in 1951 tweede achter Huizen, in 1952 tweede achter Spakenburg.

 
Arnold Spin Frits Vennink
 
Gerrit Kerkdijk Klaas Zwier

Nederlands Elftal

Bijzonder is ook, dat in de eerste officiële landenwedstrijd van het Nederlands zaterdagelftal, in mei 1947 tegen België, twee Spartanen staan opgesteld: Frits Vennink (tevens aanvoerder) en Klaas Zwier. Beiden brengen het tot twee interlands. In 1953 speelt ook Spartaan Arnold Spin een keer in de nationale zaterdagploeg (tegenstander Frankrijk) nadat hij daarvoor twee keer reserve was. Andere Sparta-spelers, zoals Cor van Harselaar jr., Jan Binnenmars en doelman Marinus ten Donkelaar, worden in de jaren vijftig enkele maken als reserve uitgenodigd.

Recordinternational van Sparta is in de periode 1953-1965 Gerrit Kerkdijk, die liefst 17 keer het Oranjeshirt draagt. Daarmee staat hij derde op de in 1969 afgesloten lijst van spelers met de meeste zaterdaginterlands. In 1971 speelde het Nederlands zaterdagelftal zijn laatste wedstrijd. Daarna was er alleen nog sprake van een Nederlands amateurelftal.

De voorzitters

Sparta heeft dan al afscheid genomen van voorzitter Jas Meere, die vanaf de oprichting in 1921 de club heeft geleid. In de jaarvergadering van september 1962 (!) draagt hij de leiding over aan Hille van der Valk.

Meere, die de club dus meer dan 40 jaar heeft geleid, wordt benoemd tot erevoorzitter. Een jaar eerder al is hij vanwege zijn verdiensten voor Sparta, de CNVB en het Verbond van Christelijke Voetbalverenigingen in Nederland, onderscheiden met de eremedaille in zilver verbonden aan de Orde van Oranje Nassau.

Hille van der Valk is voorzitter van 1962 tot 1984 en wordt dan op zijn beurt opgevolgd door Ab Bakker, die deze functie vijftien jaar vervult. Ook Bakker krijgt bij zijn afscheid, in oktober 1999, een koninklijke onderscheiding. Hij wordt Lid in de Orde van Oranje Nassau en ontvangt voorts de zilveren speld van de KNVB. De club benoemt hem tot ere-voorzitter, terwijl enkele jaren later de eveneens uit 1999 daterende hoofdtribune naar hem wordt genoemd.

Opvolger van Ab Bakker — kort voor de eeuwwisseling — is Hein Veenstra, oud-eerste elftalspeler en een aantal jaren eerder ook al eens bestuurslid. Op de laatste dag van augustus 2011, enkele maanden na de viering van het 90-jarig bestaan, draagt Veenstra zijn taak over aan Herman Post, die daarmee dus Sparta’s vijfde voorzitter is.

Het mag uniek worden genoemd, dat een vereniging in een periode van negentig jaar dus slechts vijf voorzitters kent.


V.l.n.r.: Hille van der Valk (1962-1984), Jas Meere (1921-1962) en Ab Bakker (1984-1999)


Hein Veenstra (1999-2011).


Herman Post 2011-2016


Wim Ooitink a.i. 2016-2018

Naar het Schreurserve

Omdat de accommodatie aan de Zweringweg, mede als gevolg van de oorlogshandelingen, in slechte staat verkeert, moet Sparta begin jaren vijftig de al genoemde kampioenswedstrijden afwerken in het Van Heekpark (Sportclub Enschede) en op het Erve Diekman (Geel Zwart). Verdere omzwervingen volgen, maar in september 1954 krijgt Sparta de beschikking over een deel van het nieuwe sportpark Schreurserve-Erve Kristen. De hier staande oude boerderij wordt verbouwd tot kleedkamers, wasruimte en toiletten. Tegelijk ontstaat een soort clubgebouw waaraan velen nog dierbare herinneringen hebben. Het geheel heeft dienst gedaan tot begin 1967 als het huidige clubgebouw, met nu ook een kleine kantine, in gebruik genomen wordt.

Verdere uitbreiding

Bijna twintig jaar later -in 1986/1987- heeft met steun van de gemeente een omvangrijke renovatie en tevens uitbreiding van clubgebouw en kleedkamers plaats. Bovendien komen er aan de overzijde van de Kotkampweg een nieuw speelveld, een trainingsveld en een parkeerterrein. Een en ander kan worden gerealiseerd als vaststaat, dat een eerder aangekondigde verhuizing van de gehele club naar een sportcomplex elders in Enschede (Wesselerbrink) van de baan is. De volgende uitbreiding, met o.a. een representatieve bestuurskamer, voltrekt zich in de herfst van 1996 waarna in december 1998 een lichtinstallatie rond het hoofdveld wordt gerealiseerd. Bij de eerste thuiswedstrijd van het seizoen 1999-2000 wordt een prachtige tribune in gebruik genomen, plaats biedend aan zo’n 300 bezoekers.

Toch tweedeklasser

Terug naar de sportieve historie. Nadat Sparta in het seizoen 1955-1956 op het nippertje deelneming aan nogmaals de strijd om het kampioenschap van Nederland misloopt (tweede achter Genemuiden) wordt in 1960 weer eens een verandering in het competitiebestel doorgevoerd. Ook het oosten krijgt een tweede klasse, maar Sparta ziet net geen kans (zevende in plaats van zesde) te ‘promoveren’. Daarna volgt een lange periode waarin nu eens in de derde en dan weer een aantal jaren in de vierde klasse wordt gespeeld, met soms een kampioenschap, maar even vaak degradatie. Pas in 1987-1988 lukt het om via het kampioenschap van de 3e klasse B (na een beslissingswedstrijd tegen SVZW) echt een stap omhoog te maken. Met Roel Weener, telg uit een befaamde Sparta-familie, als trainer speelt Sparta dan twee seizoenen in de tweede klasse, maar het gaat erg moeizaam. Uiteindelijk volgen er zelfs twee degradaties op rij, zodat Sparta in het seizoen 1990-1991 weer vierdeklasser is.

Naar het 75-jarige bestaan

De aanloop naar het 75-jarig bestaan in 1996 kent een roerig verloop. Eerst keert Sparta in het seizoen 1992-1993 na winst in een turbulent verlopen beslissingswedstrijd tegen Voorwaarts terug naar de derde klasse. Een jaar later ontsnapt de ploeg maar ternauwernood aan degradatie om vervolgens dank zij een behaalde periodetitel toch te mogen meedoen aan de nacompetitie. Een gelijk spel in de laatste wedstrijd tegen ASC is voldoende om (opnieuw) tweedeklasser te worden, maar dat mislukt. Ook in het seizoen 1994-1995 verkeert Sparta in ernstig degradatiegevaar. Een tussentijdse trainerswissel wordt noodzakelijk geacht en onder leiding van Leo de Boer handhaaft Sparta zich op het nippertje in de derde klasse.

Dan komt het jaar 1996, het jaar van Sparta’s 75-jarig bestaan, maar ook het jaar van een ingrijpende herstructurering van de KNVB. Met als gevolg, dat Sparta na het winnen van de nacompetitie in klasse 3B en de daarop volgende beslissingswedstrijd tegen DZC ’68 (weer in Wierden) ‘dubbel’ promoveert en voor het eerst in de verenigingshistorie eersteklasser wordt.

Ter gelegenheid van het 75-jarig jubileum kregen Gerard Bolte (gouden speld KNVB), Gerrit Dubbeldam (gouden speld KNVB), Willie Pees (zilveren speld KNVB) en Harm Kloppenburg (gouden speld KNVB).

In de eerste klasse

Het eerste seizoen in de op een na hoogste klasse van het zaterdagvoetbal (1996-1997) verloopt voor Sparta zeer succesvol. De ploeg eindigt als vijfde en staat gedurende de hele competitie zelfs niet lager geklasseerd. Het tweede jaar blijkt veel moeilijker al verblijft Sparta aanvankelijk weer in de kopgroep. Teveel wedstrijden gaan echter na een aanvankelijke voorsprong verloren. En hoewel alom geprezen voor het vertoonde spel wordt op de laatste competitiedag van het seizoen 1997-1998 de degradatie toch een feit.

Intussen behaalt ook het tweede elftal al een aantal jaren opmerkelijke successen. In 1985 nog uitkomend in de tweede klasse van de Afd.Twenthe klimt dit team daarna steeds een trapje hoger. En in mei 1997 bereikt Sparta 2 onder trainer Martin Visser zelfs de reserve hoofdklasse KNVB. Zo hoog heeft nog nooit een seniorenelftal van Sparta gespeeld.

En het eerste? Nog één keer keert Sparta 1 terug in de eerste klasse. Gaat het aan het einde van het seizoen 1999-2000 net mis doordat in de finale van de promotie-/degradatiestrijd met 2-0 wordt verloren van OWIOS, een jaar later – uitgerekend het jaar dat de club 80 jaar bestaat – lukt het wel. Andermaal bereikt Sparta (met Koos de Wals als trainer) de ‘finale’ en op zaterdagavond 9 juni 2001 wordt het veld van de vv Haaksbergen de nummer 10 van de eerste klasse AZSV uit Aalten met 2-0 verslagen.

Kampioen 2003-2004 3e klasse D
Achter v.l.n.r.: Michel Weiss, Mike Sessink, Marc Wools, Martin van der Meulen, Tim Jongman.
Midden v.l.n.r.: Tonny ter Huerne, Klaas Friskus, Niels Keuter, Jan Willem van Holland, Wouter Velsing, Marc Tiggeler, Wouter Jaap Evers, Stefan Kok, Peter Coppens, Jan Maris.
Voor v.l.n.r.: Robert Hembrecht, Pieter Jan van Zwieten, Hans Groenhuijsen, Peter Bokma, Bas Ponsteen, Marco Volbers, Jeroen Lunding.

Sindsdien speelt Sparta weer in de tweede klasse. Met inmiddels ook al weer twee keer een vervolg in de vorm van de bekende promotie-/degradatiestrijd. In mei 2005 als nummer 10 om degradatie te ontlopen (hetgeen gelukt: Hatto Heim wordt met 1-0 verslagen), in 2006 als periodekampioen met uitzicht op promotie. De start is goed, maar de finale wordt net niet bereikt.

Historisch Kampioenschap

Helaas is het bestaan als eersteklasser maar van korte duur. Op de laatste zaterdag van mei 2002 staat Sparta andermaal in de finale van de promotie-/degradatiestrijd, nu echter als de nummer 10 van de eerste klasse die nog een herkansing krijgt voor klassebehoud…. Tegenstander, op het veld van de vv Den Ham, is het Zwolse Berkum. Een vooral in de eerste helft oppermachtig maar niet scorend Sparta verliest, zij het zeer onverdiend, met 1-2 en is dus weer tweedeklasser. Acht spelers verlaten in de weken daarna om uiteenlopende redenen de selectie en de gevolgen blijven niet uit.

Aan het einde van het seizoen 2002-2003 en met inmiddels Peter Bokma als trainer, degradeert Sparta opnieuw — nu dus naar de derde klasse. Gelukkig komt het herstel aansluitend al is de slotfase van de competitie in de 3e klasse D ongemeen spannend met een hoofdrol ook voor SVVN. Maar op de voorlaatste wedstrijddag wordt Sparta kampioen, een historisch kampioenschap, want het is voor het eerst sinds de club op het sportpark Scheurserve is gevestigd (september 1954) dat dit op eigen veld gebeurt.

13 mei 2000 Vuurwerkramp

Terug naar het jaar van de verloren finale tegen OWIOS, maar veel meer het jaar van de Vuurwerkramp waardoor Enschede zaterdag 13 mei wordt getroffen. Het eerste elftal speelt op die mooie middag voor de nacompetitie in Oosterwolde tegen VSCO en op het Scheurserve wordt eveneens volop gevoetbald als aan de Tollensstraat de vuurwerkfabriek S.E.Fireworks na een beginnend brandje de lucht in vliegt. De gevolgen zijn rampzalig en slaan diepe littekens in het leven van honderden inwoners van de nabij gelegen wijk Mekkelholt/Roombeek.
De tweevoudige explosie kost 22 Enschedeërs het leven, ruim 900 mensen lopen verwondingen op en velen raken alles kwijt wat ze bezitten. Ongeveer 500 huizen worden verwoest of onbewoonbaar, een veelvoud daarvan loopt flinke schade op. Daarnaast worden 60 bedrijven weggevaagd en lijden 400 ondernemingen ernstige schade.

Vuurwerkramp

De ramp laat ook Sparta niet onberoerd. Tegen het einde van de middag wordt het clubgebouw ontruimd om dienst te doen als opvangcentrum voor gewonden en overlevenden. Op veld 3 wordt een noodhospitaal opgetrokken van de SIGMA (Snel Inzetbare Groepen ter Medische Assistentie) en later rijdt een complete Duitse reddingsbrigade met ambulances, artsen en verpleegkundigen het Schreurserve op. Een groot aantal Sparta-mensen blijft onvermoeibaar in touw om zowel slachtoffers als hulpverleners bij te staan.

Pas in de dagen die volgen, blijkt de ware omvang van de ramp, zeker als blijkt dat selectiespeler Nick Azink een van de slachtoffers is en dat ook brandweerman Gerard Oude Nijeweme, vader van jeugdspeler Martijn, bij de ramp is omgekomen. Enkele Sparta-gezinnen zijn hun huis en al hun bezittingen kwijt geraakt, bij veel anderen is grote schade. Sparta stelt een speciale commissie in, die zich met de gevolgen van de vuurwerkramp binnen de club bezig houdt. In december wordt in het clubgebouw tijdens een bijeenkomst voor allen, die op enigerlei wijze door de ramp zijn getroffen, een bijzonder kunstwerk onthuld. Het is een schilderij, gemaakt door Marie Rutgers, met de zeer toepasselijke titel ‘Omzien’.

Kunstgras en WK onder 20

De eeuwwisseling is voor Sparta het begin van een periode waarin binnen en rond de club van alles gebeurt. Zo wordt in september 2003 op het Schreurserve een kunstgrasveld in gebruik genomen. Het is een van de vier dergelijke velden, die op kosten van de gemeente Enschede op evenveel voetbalcomplexen in de stad zijn aangelegd. Als eerste voetbalclub in Enschede is Sparta zich enkele jaren eerder al gaan beijveren voor een kunstgrasveld. In de eerste plaats met het oog op de treurige en ontoereikende trainingsfaciliteiten, maar bovenal omdat kunstgras inmiddels ook geschikt is bevonden voor het spelen van competitiewedstrijden. Gemeentelijke instanties, maar vooral ook de plaatselijke politiek worden benaderd en dat heeft er zeker toe bijgedragen, dat de gemeente uiteindelijk besluit tot de aanleg van kunstgrasvelden op het Diekman, bij Vogido en LSV en op het Schreurserve waar Sparta er met buurman Vosta veel profijt van heeft.

Een ander hoogtepunt volgt in de zomer van 2005 als in Nederland het wereldkampioenschap voetbal onder 20 jaar wordt gehouden. Enschede is een van de speelsteden en het Sparta-complex fungeert daarbij samen met de velden van de vv Rigtersbleek als trainingaccommodatie voor diverse deelnemende landenteams. Zo zijn op het Schreurserve o.m. Egypte, Italie, Marokko en finalist Nigeria te gast, alsmede de latere wereldkampioen Argentinië. Sparta en het Sparta-complex zijn zelfs te zien in het NOS-programma ‘Studio Sport’. Voor de club is het zowel een grote eer als een heel bijzondere ervaring.

Sportwaarderingsprijs

Uit waardering voor de inzet en de bijdrage die werd geleverd om het wk tot een succes te maken, krijgt Sparta enkele maanden later samen met Rigtersbleek de Sportwaarderingsprijs van de gemeente Enschede. Eerder al, in november 2003, ontvangt een bestuursdeputatie op het jaarlijkse congres van de Nederlandse Christelijke Sport Unie de NCSU-Award. Het is een onderscheiding bedoeld om vernieuwende en waardevolle initiatieven te honoreren. In dit geval gaat het om de wijze waarop Sparta voortaan wil omgaan met waarden en normen. Te denken valt aan actief optreden bij spelverruwing, het onheus bejegenen van scheidsrechters en het slordig omgaan met clubmaterialen.

Een ander hoogtepunt volgt in de zomer van 2005 als in Nederland het wereldkampioenschap voetbal onder 20 jaar wordt gehouden. Enschede is een van de speelsteden en het Sparta-complex fungeert daarbij samen met de velden van de vv Rigtersbleek als trainingaccommodatie voor diverse deelnemende landenteams. Zo zijn op het Schreurserve o.m. Egypte, Italie, Marokko en finalist Nigeria te gast, alsmede de latere wereldkampioen Argentinië. Sparta en het Sparta-complex zijn zelfs te zien in het NOS-programma ‘Studio Sport’. Voor de club is het zowel een grote eer als een heel bijzondere ervaring.

Oranje op het Schreurserve

Ook in het voorjaar van 2006 staat Sparta weer volop in de belangstelling. Voor het eerst in de historie van de club is Sparta gevraagd de organisatie op zich te nemen van twee heuse interlandwedstrijden, in dit geval met het Nederlands elftal voor meisjes onder 16 jaar en met het team onder 15 jaar. In beide gevallen is Duitsland de tegenstander. En zo klinken maandagavond 3 april en woensdagmiddag 5 april, voorafgaande aan deze interlands, op het Schreurserve de volksliederen van beide landen. Ook de catering rond de wedstrijden voor speelsters, begeleiding en arbitrale trio’s wordt op verzoek van de KNVB door Sparta verzorgd. De publieke belangstelling is groot en zowel de KNVB als de DFB heeft veel lof voor de manier waarop Sparta de zaken heeft geregeld.